Tekst achterflap

In juni 2013 werd Judith Spiegel met haar man Boudewijn Berendsen ontvoerd in Sana'a, de hoofdstad van Jemen. Zes maanden zaten zij gevangen, totdat zij afgelopen maandag eindelijk werden vrijgelaten. Laverend tussen sjeiks, demonstranten en gesluierde vrouwen werkt Judith Spiegel als correspondent vanuit Jemen voor onder meer NRC Handelsblad, Elsevier, De Standaard, de NOS, de VPRO, de VRT, Hard Gras en de Wereldomroep. Spiegel beschrijft het leven in Jemen met veel gevoel voor de alledaagse problemen van de inwoners. Ze ontdekt Jemen al schrijvend en publiceert stukken over mishandelde vrouwen, IVF, huwelijken, voetbal, bedelaars, vluchtelingen, onderwijs en nog veel meer. Het leven in Jemen is moeilijk: corruptie viert hoogtij, de economie draait slecht en het toerisme is op sterven na dood. Bovendien zit de woestijn vol fundamentalistische trainingskampen waar de nieuwe generatie terroristen wordt getraind. In Een hoofddoek tegen kogels toont Spiegel aan de hand van haar eigen ervaringen en de gesprekken die ze met inwoners voert haar langzaam groeiende liefde voor het land en gaat op zoek naar de dieper liggende oorzaken van Jemens revolutie.. Ze laat zien dat achter de woeste koppen een warm volk blijkt te schuilen en dat Jemen meer is dan een broedplaats van terrorisme. Jemen is niet alleen uniek om het nieuws, maar om de mensen. Judith Spiegel (1970) verruilde in 2009 haar baan als advocaat-partner en universitair docent rechten voor een baan als journalist in het woelige Midden Oosten.

Details