Kinderboeken | (Voor-) Lezen: tips

Hoe kun je leuker en effectiever voorlezen? Moet je blijven voorlezen als kinderen zelf kunnen lezen? Hoe kun je leesplezier en -motivatie stimuleren?

Op deze pagina lees je hoe je voorlezen zowel voor jezelf als het kind leuker en effectiever kunt maken, en wat je kunt doen als voorlezer als je zelf moeite hebt met lezen. Ook lees je hoe je een kind kunt helpen om vaker en met meer plezier te gaan lezen (stimuleren leesmotivatie) en een goede basis te leggen voor een rijke leescultuur thuis.

Wil je weten waarom lezen en voorlezen zo belangrijk zijn en hoe dat precies werkt?
Op deze pagina vind je een geannoteerd overzicht conclusies van recente studies over dit onderwerp. 

Voorlezen | tips om het leuker en/of effectiever te maken

In Bakersprookjes van Loïs Eijgenraam [1] vind je niet alleen een rijke selectie sprookjes en versjes om te vertellen aan jonge kinderen, maar ook achtergrond over hoe deze verhalen aansluiten bij de ontwikkeling van peuters en kleuters. Daarnaast bevat het boek praktische tips voor het vertellen van verhalen en het versterken van de band tussen kind en verteller.

De belangrijkste voorleestips uit dit boek en van Stichting Lezen op een rij:

Stemmetjes en mimiek

Door voor elk personage een andere stem te gebruiken, maak je het verhaal niet alleen levendiger, maar help je het kind ook de personages beter uit elkaar te houden en woorden in context te begrijpen. Zo krijgt een woord als ‘beledigd’ betekenis door toon, zonder uitleg te hoeven geven. [1, p. 157 – 158]

Voorbeeld: “de beer was beledigd, en zei: ‘ik heb helemaal niet alle honing opgemaakt!’” Een beer zal een lagere stem hebben dan een merel. Daarbij klinkt ook een “opgewekte” beer anders dan een “tevreden” beer of een “beledigde” beer. Dit zijn woorden die een kind in het dagelijks leven niet zo vaak hoort, maar die gestalte krijgen in boekentaal. Als je je stem gebruikt om deze emoties kracht bij te zetten, vormt een kind op een natuurlijke wijze begrip van dit woord, zonder dat je het verhaal hoeft te onderbreken om te vertellen wat ‘beledigd’ betekent. Eijgenraam gaf immers ook al aan: een kind hoeft maar 80% van de woorden te kennen om het verhaal te begrijpen. [6, blz. 158]

Maar let op: houdt het vooral subtiel, anders leidt het af!

Hetzelfde geldt voor mimiek. Het is dus belangrijk dat een kind ook jouw mimiek kan zien – al is het maar uit de ooghoeken. [1, blz. 157, 158]

Tempo en articulatie

Lees in een rustig maar natuurlijk tempo. Een goed richtsnoer is: spreek zo duidelijk mogelijk. Wie goed articuleert, leest automatisch trager en dat zorgt ervoor dat het kind de tekst beter kan volgen. [1, blz. 157 en 158]

Wéér dat boekje?! | Het nut van herhaling

Herhaling voelt misschien vervelend voor de voorlezer, maar uit onderzoek blijkt dat herhaling leidt tot sterkere effecten op de taalontwikkeling. [2 en 3]

Zo blijkt maar weer: kinderen weten zelf hoe ze het beste leren. En misschien helpt deze kennis om het in een ander daglicht te zien, en zo met wat minder tegenzin het zelfde verhaaltje voor de 99e keer voor te lezen.

Onderbreking of interactie?

Niet alleen hoe vaak of hoe lang je voorleest maakt uit — de manier waarop je voorleest is minstens zo belangrijk. Interactie tijdens het voorlezen maakt het verschil: als een kind mag meedenken, voorspellen of vragen stellen, wordt het verhaal actief verwerkt. [3]

De volgende keer dat het kind je onderbreekt tijdens het voorlezen, kun je dat dus zien als iets moois en positiefs! (maar natuurlijk snappen we ook dat het soms vermoeiend is als je zin hebt om gewoon lekker op de bank te zitten als je kinderen slapen ;) )

Wat misschien verrassend is, is dat kwaliteit ook een emotioneel aspect heeft. Dat betekent dus dat échte aandacht, genegenheid en bevestiging van de volwassene ook de kwaliteit verhoogt. [3] Dat is niet zo verwonderlijk eigenlijk, aangezien we al een poosje weten dat het brein het beste leert als het lekker in zijn/haar vel zit, en niet goed kan leren als het boos of bang is (McPherson, Kearney & Plax (2003).

Verhalen vertellen

Vind je voorlezen spannend of lastig — bijvoorbeeld omdat je zelf moeite hebt met lezen? Verhalen vertellen aan de hand van prentenboeken is dan een prachtig alternatief. Je hoeft het boek niet letterlijk voor te lezen: kijk samen naar de plaatjes en verzin samen het verhaal. [3]

Volgens Loïs Eijgenraam is verhalen vertellen altijd een waardevolle aanvulling op voorlezen:
Voordelen: [1, blz. 159-160]

✔ Er staat geen boek tussen jou en het kind: je hebt directer contact 

✔ Alles mag en niets is fout: je hoeft je niet aan een tekst te houden, en je kunt overal vertellen

✔ Met een tafelspel (popjes op tafel of schoot) maak je (de structuur van) het verhaal zichtbaar en tastbaar

Zo'n tafelspel biedt trouwens ook ontzettend goede ondersteuning voor kinderen die moeite hebben met de taal, bijvoorbeeld als de taal van het verhaal hun tweede taal is, of omdat ze de taalontwikkeling wat achter loopt. [1, blz. 154]

Interactief voorlezen

Bij interactief voorlezen betrek je kinderen actief bij het verhaal. Je kunt ze vragen stellen (“Wat denk jij dat er nu gebeurt?”), of hardop nadenken om voor te doen hoe je een tekst begrijpt. Het is juist goed om rijke taal te gebruiken — ook bij kinderen die het Nederlands nog aan het leren zijn. Zolang je responsief bent en verbinding maakt, pikken kinderen veel meer op dan je denkt. [3]

Leesmotivatie: kunnen en willen lezen

Een leven lang lezen helpt om laaggeletterdheid te voorkomen. Wie blijft lezen, blijft vaardig — én gemotiveerd.

Op deze pagina lees je hoe dat precies werkt.

De belangrijkste ingrediënten voor een leven lang lezen zijn:

1.      Kunnen lezen (leesvaardigheid)

2.      Willen lezen (leesmotivatie)

Wie zich competent voelt in lezen, zal sneller een boek oppakken in z’n vrije tijd. En wie vaker leest, verbetert zijn leesvaardigheid — wat op zijn beurt weer motiveert om te blijven lezen. Zo versterken leesvaardigheid en leesmotivatie elkaar als communicerende vaten.

Leesmotivatie bevorderen

De kans is groot dat je dit alles wel eerder had willen weten en dat je het gevoel hebt 'te laat' te zijn. Als je denkt dat een kind achterloopt wat betreft taalontwikkeling of niet gemotiveerd is om te lezen, dan is dat geen einde verhaal. Je kunt de negatieve spiraal van iemand die geen plezier heeft in lezen doorbreken. Dat voelt natuurlijk als een delicate zaak, want druk op de ketel zorgt voor hakken in het zand.* Het kan zelfs zorgen voor een averechts effect. En gericht woordenschat onderwijs blijkt niet super efficiënt.

(* = Als jij je als ouder/verzorger je zorgen maakt, voelt het kind dat waarschijnlijk. En omdat ze afhankelijk zijn van jou, worden zij waarschijnlijk ook onzeker. En dat uit zich op verschillende manieren, zowel bij kinderen als volwassenen.)

Motivatie: de basis

Volgens de zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan) zijn er drie psychologische basisbehoeften die ook voor leesmotivatie gelden:

✔ Competentie: het gevoel dat je het kunt

✔ Autonomie: eigen keuze in wat en wanneer je leest

✔ Verbondenheid: je gesteund en gezien voelen in je leeservaring

Daarnaast is ook de 'leesattitude' belangrijk. Daarmee wordt eigenlijk zoiets als 'de reputatie van lezen' bedoeld. Wordt lezen door het kind gezien als iets positiefs? Is het 'hip' of 'voor nerds'? Zit er druk achter? Zie 'Leesattitude | Serieuze verbinding'

Leesplezier begint met voorlezen

Ook als je denkt dat een kind moet oefenen met lezen, is juist voorlezen waanzinnig nuttig. Voorlezen stimuleert namelijk ook de leesmotivatie. Uit onderzoek van de VU blijkt zelfs dat voorlezen in de bovenbouw een sterker positief effect heeft op leesmotivatie (en -frequentie) dan bijvoorbeeld vrij lezen in de klas. [4]

Door voor te lezen, kunnen kinderen informatieve teksten en prachtige verhalen die boven hun leesniveau liggen, toch tot zich nemen. Zeker als een kind (nog) moeite heeft met lezen, biedt voorlezen zo een ontspannen en rijke ervaring (en associatie!) met boeken. [3]

Dat draagt ook bij aan een positievere leesattitude — kinderen krijgen vaker een goed gevoel bij lezen. Daarbij werken ze onbewust en indirect aan hun leescompetentie door dat ze hun kennis van de wereld en woordenschat verrijken. En dat zijn bouwstenen weer voor tekstbegrip.

Leescompetentie: Een circulair verhaal

Om teksten te begrijpen heb je de onderstaande bouwstenen nodig. En door (voor) te lezen, maak je die bouwstenen op hun beurt weer sterker. En als het goed gaat, wordt de motivatie om zelf te lezen groter. Dit zijn de bouwstenen om lekker te kunnen lezen:

✔ Technisch lezen: letterlijk kunnen lezen, zoals je leert in groep 3

✔ Kennis over de wereld: die doe je op bij zaakvakken, maar ook door (voor) te lezen. Een non-fictie tekst over een onbekend onderwerp is vaak lastig te lezen. Maar wanneer kinderen eerst via een verhaal kennismaken met een thema, breiden ze op een betekenisvolle manier hun woordenschat uit — zodat een non-fictieboek daarna minder overweldigend voelt [5]

✔ Woordenschat. Die vergroot je door blootstelling aan woorden, dus door bijvoorbeeld voorgelezen te worden, en veel zelf te lezen

Leesmotivatie kun je dus ook stimuleren door aan de bouwstenen te spijkeren.
Geef ze bijvoorbeeld eerst een leesboek dat ze gemakkelijk zouden moeten kunnen lezen over een specifiek thema. Zo doen ze kennis (en een gevoel van bekwaamheid) op over een onderwerp. De volgende stap kan een iets moeilijker boek over dat zelfde onderwerp zijn. Ze hebben al wat inhoudelijke (kapstok) kennis, dus zullen ongetwijfeld dingen herkennen en weer nieuwe dingen (zoals jargon, dus vergroting van woordenschat) leren.

Leesattitude | Serieuze verbinding

Je verandert leesattitude niet met preken, maar met nieuwsgierigheid en oprechte interesse. Vraag liever “Waarom wil je niet lezen?” dan uit te leggen waarom lezen zó leuk is. Alleen zo ontdek je waar de weerstand vandaan komt — en voelt een kind zich serieus genomen.

Ga maar na: iemand die je respecteert, bijvoorbeeld een vriend, wil niet met je mee naar de bioscoop. Het is volslagen zinloos om meteen op te sommen hoe leuk de bioscoop wel niet is. Met de bioscoop (waar heel veel verschillende films draaien, zoals er ook nog veel meer boeken zijn) is immers zelf niet zoveel aan de hand. En hij weet nog niet eens naar welke film je wilde gaan!

De eerste vraag zou moeten zijn 'waarom niet?'.

Zo kom je er achter dat hij misschien wel ziek is. Of dat hij een hekel heeft aan het geluid van mensen die popcorn eten. Of misschien zit hij even krap bij kas. Of misschien denkt hij wel dat de bioscoop voor 'verliefde stelletjes is' en niet iets waar je naar toe gaat met iemand die 'gewoon een vriend' is. Pas als je weet wat er aan de hand is, kun je nadenken over 'een oplossing'.

Als een kind een negatieve leesattitude, of gewoon een lage leesmotivatie in het algemeen heeft, is dat eigenlijk vooral ontzettend interessant. "Waarom wil je niet lezen?" Niet alleen kom je er zo achter waardoor een kind een negatieve associatie heeft met boeken of lezen, maar als kers op de taart voelt een kind zich ook serieus genomen, gerespecteerd en gezien. Het zorgt voor verbinding.

Genderopvattingen die lezen in de weg staan

Het is natuurlijk om te huilen, maar genderopvattingen beïnvloeden ook hoe kinderen naar lezen kijken — vooral jongens.

Details van alle onderzoeken vind je in de publicatie 'Genderopvattingen beïnvloeden leesmotivatie' van Stichting Lezen. Onderzoek van Stichting Lezen laat zien dat:

  1. Zowel jongens als meisjes denken dat meisjes beter zijn in lezen. Dat verlaagt motivatie om (goed) te (willen kunnen) lezen bij jongens.
  2. Jongens hechten meer aan hun genderrol en identificeren zich minder met vrouwelijke hoofdpersonen. Dat versterkt het effect van die genderopvatting m.b.t. lezen voor jongens.
  3. Volwassenen (ouders, leerkrachten) zijn ook niet vrij van dit soort aannames — met gevolgen voor verwachtingspatronen en leesgedrag.

[6]

“Vaders zijn een rolmodel voor zowel zonen als dochters, maar lezen minder vaak voor.”

Opvallend: in een andere publicatie van Stichting Lezen, staat dat vaders een belangrijk rolmodel zijn voor zowel zonen als dochters. Moeders zijn alleen voor dochters een rolmodel. Maar vaders lezen gemiddeld minder vaak voor dan moeders. [7]

Hier valt dus een hoop te winnen - te beginnen bij een actievere rol voor vaders als leesrolmodel en bewuster omgaan met onze eigen onbewuste genderopvattingen.

Het is belangrijk dat het boekaanbod op school aansluit bij de interesses én het niveau van álle leerlingen. Zo voelen kinderen zich meer verbonden met de leescultuur en is er ruimte voor autonomie, omdat hun eigen voorkeuren en leesbehoeften worden erkend. [8]

Bronnen

Verwijzingen

1. Eijgenraam, L. (2018). Bakersprookjes: Sprookjes om voor te lezen of te vertellen aan peuters en kleuters. Zeist: Christofoor.

2. Verhallen, M. J. A. J., Bus, A. G., & de Jong, M. T. (2004). Elektronische boeken in de vroegschoolse educatie. Amsterdam: Stichting Lezen.

3. Broekhof, K. (2025). Meer voorlezen, beter in taal: Effecten van voorlezen op taalontwikkeling 0–4 jaar (pp. 19–29). In: Leesbevordering en beleid (5e druk). Stichting Lezen.

4. Radboud Universiteit. (z.d.). Verdiep je empathie door meer en vaker te lezen. Geraadpleegd op 30 januari 2025, van https://www.ru.nl/onderzoek/onderzoeksnieuws/verdiep-je-empathie-door-meer-en-vaker-te-lezen

5. Broekhof, K. (2025). Meer lezen, beter in taal – po: Effecten van lezen op taalontwikkeling (pp. 11–15). In Leesbevordering en beleid (7e druk). Stichting Lezen.

6. Stichting Lezen. (2025). Leesmonitor: Genderopvattingen beïnvloeden leesmotivatie. https://www.leesmonitor.nl

7. Stichting Lezen. (z.d.). Kwestie van lezen 8: Ouders betrekken bij (voor)lezen. Onderzoek en praktische tips voor pedagogisch medewerkers en leerkrachten. In Leesbevordering in de praktijk. Stichting Lezen.

8. Stichting Lezen. (2020). De doorgaande leeslijn (pp. 12–13). https://www.lezen.nl

9. Stichting Lezen & Stichting Lezen en Schrijven. (z.d.). Wat is laaggeletterdheid? Geraadpleegd op 30 januari 2025, van https://www.lezenenschrijven.nl/over-laaggeletterdheid

10. Hart, B., & Risley, T. R. (1995). Meaningful differences in the everyday experience of young American children. Paul H. Brookes Publishing Co.

↪ Nuancering via: Broekhof, K. (2025). Meer lezen, beter in taal – po: Effecten van lezen op taalontwikkeling (pp. 7–9). In Leesbevordering en beleid (7e druk). Stichting Lezen.

11. Lansbury, J. (2016, oktober). The facts about your kids and screen time (with Dr. Meghan Owenz) [Podcast aflevering]. JanetLansbury.com. Geraadpleegd op 31 januari 2025, van https://www.janetlansbury.com/2016/10/the-facts-about-your-kids-and-screen-time-with-dr-meghan-owenz/

NB: Omdat we niet schrijven voor een wetenschappelijk tijdschrift, maar vooral de belangrijkste bevindingen wilden samenvatten voor onze klanten uit - m.n. de publicaties van Stichting Lezen, die we impliciet vertrouwen - hebben we in de voetnoten eigenlijk alleen naar hun publicatie verwezen, en niet hun bronnen / geraadpleegde onderzoeken zelf. De grotere studies die waarschijnlijk inmiddels algemene kennis zijn, hebben we los benoemd onder 'meer lezen'.

Mochten we iets onjuist hebben weergegeven doordat we het verkeerd hebben gegrepen, laat ons dit vooral weten via redactie@devriesvanstockum.nl !

Meer lezen...

... over meer lezen

  1. Wat is laaggeletterdheidLezen & Schrijven
  2. Meer Lezen, Beter in Taal – PO – Stichting Lezen (2025)
  3. Empathie en lezenRadboud Universiteit
  4. Meer Voorlezen, Beter in Taal (0–4 jaar) – Stichting Lezen
  5. Kwestie van Lezen 8: Ouders betrekken bij (voor)lezen – Stichting Lezen
  6. Genderopvattingen beïnvloeden leesmotivatie – Leesmonitor

... over leren algemeen

Cain & Oakhill - Lezen en luisteren vereisen diepgaandere verwerking dan het passief volgen van een beeld.
Cain, K., & Oakhill, J. (2007). Children's comprehension problems in oral and written language: A cognitive perspective. New York: The Guilford Press.

Cunningham Stanovich – Laagfrequente woorden in boekentaal
Cunningham, A. & E., Stanovich, K. E. (1998). What reading does for the mind. American Educator, 22(1–2), 8–15. (Geciteerd in: Broekhof, 2025) 

McPherson et al. – Effect van boze docenten 
McPherson, M. B., Kearney, P., & Plax, T. G. (2003). The dark side of instruction: Teacher anger as classroom communication. Journal of Applied Communication Research, 31 (2), 131–150.

McPherson, M. B., Kearney, P., & Plax, T. G. (2003). The dark side of instruction: Teacher anger as classroom norm violations. Journal of Applied Communication Research, 31(1), 76–90. https://doi.org/10.1080/00909880305376

Ryan & Deci – Zelfdeterminatietheorie 
Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American Psychologist, 55(1), 68–78. https://doi.org/10.1037/0003-066X.55.1.68

Dr. Meghan Owenz over schermtijd (podcast)
Owenz, M. (2016, oktober). The facts about your kids and screen time (Interview door J. Lansbury) [Podcastaflevering]. In Janet Lansbury: Unruffled. https://www.janetlansbury.com/2016/10/the-facts-about-your-kids-and-screen-time-with-dr-meghan-owenz/

Leesbevorderingscampagnes

De Nationale Voorleesdagen 2025

22 januari tot en met 1 februari

Tijdens De Nationale Voorleesdagen draait het om voorlezen aan kinderen van 0 tot 6 jaar, die zelf nog niet kunnen lezen of net het lezen hebben geleerd. Voorlezen heeft namelijk heel wat voordelen, zoals een positief effect op de woordenschat en het tekstbegrip. Bovendien ontwikkelen kinderen naast hun taalgevoel ook een beter inlevingsvermogen.

Voorlezen gaat voor!

Bekijk hier de campagnewebsite

Prentenboek van het Jaar 2025

Rinus is gekroond tot Prentenboek van het Jaar 2025.

Vroeger was opa een hele wilde neushoorn. En hij was sterk, reuze sterk. Hij kon wel honderd boomstammen tegelijk optillen.

Maar nu is opa oud. Het liefst ligt hij de hele dag wat in de schaduw te dommelen. Vandaag past hij op Rinus. En die wil vooral spelen en ravotten!

Over de auteurs

Ingrid en Dieter Schubert maken al meer dan dertig jaar samen prentenboeken. Ze ontmoetten elkaar in Duitsland en verhuisden samen naar Amsterdam om aan de Rietveld Academie te gaan studeren. Daar wonen ze nog steeds.

Rinus is nu ook als extra voordelige mini editie te koop voor slechts € 5,95

Ieder kind een boek!

Geef een boek cadeau

Goede kinderboeken voor een kleine prijs, zodat ieder kind in Nederland opgroeit met een eigen boekenplank vol prachtige boeken; dat is het doel van ‘Geef een (prenten)boek cadeau’. Wat zou het mooi zijn als ieder kind een eigen verzameling met de mooiste kinderboeken in zijn kamer heeft staan – met als resultaat dat boeken een vaste plaats krijgen in zijn of haar leven. Om die boekenkast te vullen, bundelen boekhandels en diverse partners ieder jaar hun krachten om in het voorjaar een jeugdboek en een prentenboek beschikbaar te stellen voor een klein bedrag.

Campagne titel 2025

Superjuffie - Janneke Schotveld

Vanaf 7 februari 2025 is dit boek van Janneke Schotveld en Annet Schaap in de boekhandel te koop voor maar € 2,99.

In onze winkels kun je hem ook doneren. Je rekent het dan af bij ons aan de kassa. Vervolgens pakken wij het mooi in en zorgen wij, samen met de Speelgoedbank in Haarlem en de Voedselbank in Den Haag, ervoor dat de boeken terechtkomen bij minima gezinnen. Je mag hem natuurlijk (ook) voor jezelf kopen!

Superjuffie! is super om voor te lezen of zelf te lezen in groep 4, 5 en 6. Ben je fan geworden van deze bijzondere juf? Dan zijn er na deel 1 nog 9 delen om lekker door te lezen!

Meer met Superjuffie in de klas!

Geef je als basisschool, opvang, PABO of andere instelling deze boeken aan jouw leerlingen cadeau? Maak dan ook gebruik van de Superjuffie! lesbrief, met 4 lestips van echte leerkrachten rondom het boek.

Bekijk hier de campagnewebsite

Geef een prentenboek cadeau

Deze campagne heeft als missie om alle kinderen in Nederland en Vlaanderen te laten opgroeien tussen de mooiste boeken. Wat zou het mooi zijn als ieder kind een eigen verzameling met de mooiste kinderboeken in zijn kamer heeft staan – met als resultaat dat boeken een vaste plaats krijgen in zijn of haar leven. Om die boekenkast te vullen, bundelen boekhandels en diverse partners ieder jaar hun krachten om in het voorjaar een jeugdboek en een prentenboek beschikbaar te stellen voor een klein bedrag.

Campagne titel 2025

De kleine walvis - Benji Davies

Vanaf 16 mei 2025 ligt De kleine walvis in de boekhandel voor maar € 2,99.

In onze winkels kun je hem ook doneren. Je rekent het dan af bij ons aan de kassa. Vervolgens pakken wij het mooi in en zorgen wij, samen met de Speelgoedbank in Haarlem en de Voedselbank in Den Haag, ervoor dat de boeken terechtkomen bij minima gezinnen. Je mag hem natuurlijk (ook) voor jezelf kopen!

Aan wie geef jij De kleine walvis! cadeau? Met deze slogan willen we iedereen overtuigen om dit boek cadeau te geven – aan jezelf óf aan een ander! Hierdoor hoopt de stichting alle kinderen te bereiken – ook de kinderen die, om wat voor reden ook, thuis geen boeken hebben. Zo’n gulle gever hoeft niet per se vader, moeder, opa of oma te zijn: ook gemeente, school of kinderdagverblijf kan er bijvoorbeeld aan bijdragen.

Bekijk hier de campagnewebsite

Zomerlezen kids

Zomerlezen Kids is een project om kinderen ook in de vakantie aan het lezen te houden. Met boekentips, leesbingo’s en een inkleurbare bladwijzer wordt thuislezen nog makkelijker en nog leuker!

Bekijk hier de campagnewebsite.

Kinderboekenweek

De Kinderboekenweek is een initiatief van het CPNB en heeft als doel zoveel mogelijk kinderen te enthousiasmeren om boeken te lezen.

Voor kinderen van zes tot twaalf jaar is er het Kinderboekenweekgeschenk. Dit krijg je cadeau bij aankoop van € 13,50 aan kinderboeken. Voor de kleinsten is er het Prentenboek van de Kinderboekenweek, een groots voorleesboek voor een klein prijsje.

Kinderboekenweek 2025

De 71e Kinderboekenweek vindt plaats van 1 tot en met 12 oktober 2025.

Het thema van de Kinderboekenweek is Vol avontuur!

Stap aan boord van een boek en maak je klaar voor een Kinderboekenweek vol avontuur. Van woeste zeeën tot betoverende landen, van een groot geheim tot een spannend mysterie – in een boek is avontuur nooit ver weg. Ontdek nieuwe werelden met je favoriete personages. Deze Kinderboekenweek draait om het beleven van spannende avonturen vanuit je luie stoel of warme bed. De Kinderboekenweek 2025 wordt een boekenfeest vol avontuur!

Dit jaar schrijft Kevin Hassing het Kinderboekenweekgeschenk. Levina van Teunenbroek en Charlotte Bruijn maken dit jaar voor het Prentenboek van de Kinderboekenweek een nieuw deel van hun populaire 'Ridder zonder billen'-serie.